woensdag 13 januari 2010

Wat de natuur ons bied: Oesters

Ik moest en zou het hebben. Ik wilde gegratineerde oesters als amuse met het kerstdiner. Ik doe graag dingen zoals het hoort. Dus, oesters open je met een echte oestermes.

Eén dag voor kerstavond, ja ja alles op het laatst, liep ik een winkel binnen. De eerste gedachte was niet echt positief. Man allemachtig wat is dit? Deze winkel had 55 jaar stilgestaan in haar inrichting. Ik dacht hier ga ik het zeker niet vinden.Weinig waar was met logica opgesteld. Na wat heen en weer te hebben gelopen had ik nog maar weinig hoop om een oestermes te vinden. Ik liep naar de uitgang totdat ik met bijna ongeloof in een halflege vitrine de oestermes zag die ik nodig had. Ha, weliswaar in een oud doosje bij elkaar gehouden met vergeeld plakband. Iedereen kent Jan Snel en zijn winkel. Hij had enorme borstels van wenkbrouwen en een overhemdkraagje met een bruine rand. Dat leidde mij zo af, dat ik de prijs die hij opnoemde, niet eens wilde verstaan leek wel. Ik zei pardon? 31 euro? Ja, dat staat er op zei hij. Ik haalde het uit het doosje en ik moet zeggen, dat het wel kwaliteit was. Ik wilde het per se hebben want ik had het al eens met een aardappelschilmesje gedaan en dat ging niet al te makkelijk.

Zo, nou heb ik het mesje, nou de oesters nog.
Onlangs wist een collega mij te vertellen waar ik ze kon vinden. Nooit geweten dat je ze hier aan de nederlandse waterkant kon vinden. Rauwe oesters vind ik niet echt lekker. Maar net zoals met haring, wil ik het wel leren eten. Echter, gegratineerde oesters (foto) in een vers geklopte roomsaus met wat peper, nootmuskaat, cayennepeper, knoflook, gesnipperde ui, peterselie en geraspte jongbelegen kaas, goddelijk! Met een stevige schroevendraaier en handschoenen ging ik op pad om in de vluchthaven van Bruinisse oesters te steken.
Heerlijk om zo vroeg in de ochtend bij laagtij en rond het vriespunt met enkele meeuwen als metgezellen, langs het water te struinen om oesters te steken. Ik heb het zelfs aangedurfd, zoals verwente oesterliefhebbers dat doen, om enkele oesters ter plekke direct na het openen zo uit de schelp naar binnen te slurpen. Eet smakelijk!

vrijdag 8 januari 2010

Wat de natuur ons bied: Kokkels


Elke zomer als we langs Bruinisse rijden, op weg naar de Zeeuwse kust, zie ik ze zittend op een krukje, wroetend in het zand. En sjouwen met volle emmers. Al jaren vraag ik mij af wat ze nou precies zoeken. Meestal zijn het mensen van Chinese afkomst. Langs de kant zie je ze rondom de barbecue. Ze maken er een gezellige dag van. En niet zomaar een paar, nee hele gezinnen. Het straalt een soort van gezelligheid uit. Benieuwd naar wat ze zoeken, besloot ik eens iemand daar over aan te spreken. Ik liep naar een vrouw toe en vroeg haar wat ze nou precies aan het doen was? Deze Chinese dame, die zittend op een krukje met harkje schelpen onder het zand haalde, probeerde mijn vraag met de nodige taalbarrière te beantwoorden. Ze vertelde dat het en hoe je die klaarmaakt.Ik hoorde het belangstellend aan en tegelijkertijd hielp ik haar met het zoeken. Met je handen door het grijszwarte zand wroeten. Heerlijk! Ik vindt het geweldig dat je dit in de natuur kan vinden.Ik bedankte de vrouw en ging verder.
Mijn nieuwsgierigheid werd beloond en besloot terplekke dat ik de volgende dag ook kokkels gind zoeken. Ik zag het helemaal zitten. Eenmaal thuis zocht ik op het internet wanneer het laag tij zou zijn. Anders is het erg lastig zoeken. Zo gezegd zo gedaan. Je maakt de kokkels zoals je mosselen maakt. Er zit een nadeel aan kokkels en dat is zand. Er zit veel zand in de kokkels. Daarom moeten ze eerst een volle dag in een emmer leidingwater met veel zout te worden gelegd. De kokkels die niet echt van leidingwater houden gaan hierdoor spugen. Waarbij het zand meekomt. De kokkels zijn heerlijk met een glaasje wijn, stokbrood en kruidenboter.

zondag 3 januari 2010

Stinkie Mouse

In onze schuur staan vier grote tonnen met voer voor onze dieren. Drie bakken voor de konijnen: hooi, stro en voer en één voor de kippen. Op een dag merkte ik op, dat we een gast in de schuur hadden. De ongenode gast had hier weliswaar een paradijs voor zichzelf. Ik beeldde mijzelf in hoe deze gast, als wij er niet waren, zich tegoed deed aan al deze lekkernijen. Soms als de deur openstond kwam er wel eens een tortelduif hem vergezellen. Op een dag was de ronde bak met voer zover leeg dat hij er niet meer uit kon komen. Met andere woorden, hij vrat zichzelf gevangen. Deze vriend, want zo zien wij ze, werd vriendelijk gevangen en verder in de tuin losgelaten.

Een paar maanden later toen het wat kouder werd zal hij zich bedacht hebben. In plaats van in de schuur te blijven en er als een duveltje vandoor te gaan als ik de deur opendeed, is hij toch gedreven door zijn vraatzucht iets verder gaan kijken. Tot mijn grote spijt, want we hadden ineens een huisvriend erbij. 's Avonds hoorde je hem over het plafond lopen. Zelfs zover in huis dat toen ik in bed lag, hem vlak achter mij heb gehoord. Weet je, het is niet zo erg als zo'n beestje door je huis wandelt, maar de gedachte dat ze niet zo nauw kijken met een paar nakomelingen, tja dat is niet zo.....? Ik zou die ingang, die ze zelf gemaakt hebben, bij de aftapkraan die ik dicht tegen de schuur had gemaakt eens moeten dichten. Ik zou dan wel graag willen weten, dat ze niet meer binnen waren, want ja, hij was niet meer alleen.
Maar goed. En zo ging het nog een tijdje door.

Op een vrijdagmorgen rook het niet echt fijn in onze toiletruimte. Je zou zeggen dat dat niet zo vreemd zou zijn, maar er was nog niemand die zijn hoopje had laten varen. Ik begon de klusser die we 3 jaar geleden de boel hadden laten verbouwen, alweer de schuld te geven. Ik zag al dat ik de vloer moest openbreken om de afvoer te repareren. Na enkele dagen, vol van verontwaardiging van waar deze penetrerende geur vandaan kwam, was mij toch wel duidelijk geworden, dat het niet van de afvoer kon komen. Nee, want in de bovengelegen slaapkamer van Indi rook het nog veel erger dan in de toilet. Op een dag kwam het besef dat het een kadaver moest zijn.
Je kent vast wel zo'n tekenfilm, waarbij de huisbewoner op een gegeven moment gedreven door waanzin, na bijna het hele huis beetje bij beetje gestript te hebben, uiteindelijk het ultieme middel terhande neemt. Namelijk, explosieven! Dit gebruikte hij dan net zolang totdat hij dat beestje dacht te hebben. Nou, ik wilde het niet zover laten komen. Goed mijn neus gebruikt en het besluit genomen om in de slaapkamer een paar vloerdelen eruit te halen. Met alle risico's vandien. Na veel moeite was het mij gelukt, maar in 2 minuten kwam toch even dat beeld van die ene tekenfilm..... nee he!
Niks... helemaal niks. Dus ik dacht, dan maar het kleine plafond vòòr het toilet deels te openen.
Nu had ik echt meer geluk. Na een paar sierplinten en schroeven los te hebben gemaakt, kwam het kleine lijkje tevoorschijn. Man wat een stank.
Probleem opgelost wat betreft de stank, maar er is een gezegde en die luid; Een muis is nooit alleen! Ik heb onze kat ingeschakeld en hoop nu dat ik niet meer hoef slopen. Voor de zekerheid ......toch maar een muizenval kopen!