zaterdag 7 oktober 2017

Hij durfde niet.

                                               
                                             

Ik werd langzaam uit mijn steeds dieper wordende slaap gehaald door het gehuil in de nacht. Ik sta op en loop naar het raam en kijk uit het raam. Het was nacht en hoor haar huilen al word het wel steeds meer in de verte gedrukt. Ik voelde haar wanhoop. Het ging mij aan het hart en was klaar wakker. Ik kon niet zomaar weer mijn slaap vatten. Wat als ze hulp nodig heeft? Ik ben naar buiten gegaan.

Hoewel het donker was maar geholpen door de laatste lantaarnpaal aan het eind van de straat liep ik de onverharde weg op. Bij wat bosschages hoorde ik wat gerommel. Ik loop er naar toe en kijk nog om mij heen toen er plots een man uit die bosjes kwam. Hij wankelde zowat  de bosjes terug. Ik schrok me rot en maakte een verschrikt geluid. Halve zool dacht ik. "Oh sorry hoor" zei de boomlange man. Ik doe een paar stappen achteruit en keek hem aan. Het leek mij een zwerver want hij was niet best gekleed en niet echt schoon. Wat nog veel opvallender was de enorme bult op zijn kale schedel.

"Heb jij iemand horen huilen?" Vroeg ik.  De man met de bult vertelde dat die twee ruzie hadden. "Die twee?" "Ze kwamen al ruziënd aan". "Ze hadden flink mot hoor, ze sloeg en schopte hem". Was hij gemeen tegen haar?" Vroeg ik nieuwsgierig. " Nee, juist niet". "Hij probeerde iets goed te maken, maar dat lukte niet erg en uiteindelijk fietste ze huilend weg".
Ik moeste vroeg op, over een paar uur zelfs dus ik wenste hem een goeie avond en liep weg.
"Ik slaap hier al twee nachten" Ik draai me om en probeer snel iets te verzinnen.

Zwervers zijn over het algemeen erg op zich zelf maar deze vraagt nog aandacht ook, dacht ik nog. Even stokte mijn adem, mompelde iets over het weer en vroeg hem of hij nog wat nodig had. "Nee, bedankt man, dank je wel".
Oké, ik wenste hem opnieuw een fijne avond en liep weer weg. Ik keek nog om en zag zijn bult in volle glorie, die door het schare licht toch nog wat glom. Ik twijfelde, liep terug en vroeg hem waarom hij hier sliep. Hij vertelde dat het hem niet mee zat en daardoor een zwerversbestaan had.
"Ik durfde niet" en wees tegelijk met een ronddraaiende beweging om zijn bult. "Wat durfde je niet, het weg laten halen?"  De man met bult doet een paar stappen naar mij en vertelde dat hij niet lang meer had. Hij vertelde verder, maar ik was in gedachte verzonken, zou hij stervende zijn? Ik onderbrak hem, "wat duurt niet lang meer?" "Nou,  het leven, de tumor zit nog al diep en het weghalen zou mij waarschijnlijk voorgoed veranderen zeiden ze". Ik durfde gewoon niet, "herhaalde de man. Ik voelde de emotie in zijn woorden. Mijn god, wat moest ik nou zeggen, er kwam een moeilijk te definiëren gemompel uit mij, gedragen door het ongemakkelijke gevoel. Ik ken deze bijzondere man nog geen tien minuten,  maar had het erg met hem te doen.

"Maar hé, dat is een jaar geleden,  dat ik dat te horen kreeg dus het leven duurt nog even".
Hij vrolijkte wat op wankelde weer wat. Hij wenste mij welterusten en met zijn hand boven zijn bult half gebukt, liep hij de bosjes in.

Verbouwereerd om wat ik had meegemaakt liep ik eindelijk naar huis.
Eindelijk lag ik weer in bed en vlak voor ik in slaap val,  hoor ik wat jongelui lol trappend en lachend de nacht in gaan.